Wachten op een kleintje

maandag 23 november 2009

Toekomst

Morgen moet ik naar Apeldoorn voor een intake. Ik ben nu een jaar bezig om de juiste therapie te krijgen maar om de een of andere reden heeft men deze nog niet gevonden voor mij. Nou maar hopen dat deze instelling wel de juiste is. Van te voren moest ik mijn levensverhaal opschrijven en dan meesturen met de intakeformulieren. Dit heeft heel wat tranen gekost. Maar ik moet niet in het verleden blijven hangen. Ik moet aan de toekomst denken. En als ik dan aan de toekomst denk zit ik met heel veel dingen waar ik nog over na moet denken. Belangrijke beslissingen waar ik over na moet denken. En als ik dat dan doe word ik weer verdrietig. Want ik kan niet aan de toekomst denken. Ik leef van dag tot dag. Dagen waarin ik het moeilijk heb maar het aan de buitenwereld niet laat zien. Want je wilt toch niet die medelijden of onbegrip van mensen hebben. Of die is alleen maar met der zelf bezig.
Dus al mijn pijn en verdriet gebeurt achter een hoge, dichte en dikke muur. Achter een masker.

Ik hoop echt over een maar weken te kunnen zeggen:" Yes, ik mag eindelijk in therapie".
Maar dan is die stem er weer dat stemmetje wat iedereen heeft maar wat bij veel mensen slechts af en toe aanwezig is. Bij mij is deze 24 uur per dag op de voorgrond aanwezig. En die dan alle hoop de grond weer in trapt. Alleen maar negatief is en nooit eens positief. Het is zwaar maar ik moet me er door heen slaan. Ik heb het al een keer opgegeven, gelukkig was Vriendjelief in de buurt om het tegen te houden zodat ik er weer tegen aan kon gaan.
Ik houd hoop. Ergens op de wereld is er toch wel iemand die mij kan helpen. Ik hoop dat het dat van morgen is. Maar dat hoor ik dan pas over ongeveer 2 weken.

Tot die tijd hou ik me stil en zit ik achter mijn naaimachine met mijn gipsenpootje en naai het ene kledingstuk na de andere. Lees ik het ene boek na de ander. En mijn hoofd draait overuren.